Waar sommigen hun paard in de steek laten heb ik altijd een passie gehouden voor mijn stalen ros. Stalen is nu carbon maar we zijn dan ook 34 jaar verder sinds bovenstaande foto's werden genomen. Die fiets had ik te danken aan mijn twee broers én de koude oorlog die toen nog hevig woedde. Broer B., automonteur, bezorgde mij als 15-jarige een baantje als pompbediende. Broer L. diende het vaderland in Duitsland, Seedorf om precies te zijn. Ze liepen er behoorlijk de kantjes vanaf als ik ze mag geloven. Maar Broer B. en L. hielden mij wel uit militaire dienst, broederdienst heette dat.
Hoe dan ook, in Seedorf hadden ze blijkbaar een enorme (belastingvrije!) winkel waar ik mijn pompgeld door broer L. naartoe liet brengen. Hij kwam terug met een fietsbouwpakket. Het resultaat? Zie hierboven. P. trots naast zijn eerste racefiets, eigenlijk naast zijn allereerste nieuwe fiets. Daarvoor moest ik de afdankertjes van mijn broers wegtrappen.
Die fiets was - zo bleek achteraf - te klein voor mij, maar er zat veel eigen geld in dus dat heb ik nooit willen toegeven. In die tijd fietste ik altijd op zoek naar een viaduct om te kunnen 'klimmen'. In de tour was het de tijd van de Post-ploeg, dus ik was een trouw volger en waande mij op Alpe d'Huez terwijl ik het viaduct bij Lichtenvoorde op stoempte. Ik had die helse klim geen helm op, wel een petje natuurlijk. Fietsen was toen nog iets voor echte kerels.

Kortom, een lang verhaal om te bewijzen dat een weekje fietsen en niet hardlopen geen gril is maar een bestendige en consistente lijn in mijn leven. Overigens geen stijgende lijn, maar dat terzijde.
Vandaag werk ik weer een factor drie training af. M. loopt 22 km en ik trap dus 66 km weg. Van Arnhem beuk ik tegen de wind in naar Nijmegen, daar beklim ik het kops plateau (pakweg 2000 jaar na de romeinen, die hadden overigens geen fietsen, deden dat te voet of op hun ros). Het levert bovenstaande een mooie 'spike' op in de hoogtegrafiek.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten