Bij de indianenloop valt het nog mee. Je rent in colonne en de laatste sprint steeds naar voren om de eerste plek in te nemen. Dat gaat vier keer prima. Daarna hebben we een ontmoetingsloop. Een parcoursje, een team van twee lopers. De ene gaat links langzaam en de andere rechts snel. Als ze elkaar tegenkomen dan pakt de langzame het snelle tempo op.
Ik ben een koppel met Radboud, fast en fashionista als het om hardlopen gaat. Erg fast, mag ik wel zeggen. Als ik hem ontmoet draai ik mij om en sprint vol weg. Dus de verkeerde kant op. Vervolgens loopt ik achter de feiten aan om de rest weer in te halen. Ik meet zelfs een snelheid van 16 km per uur. Als ik bijkom zie ik dat mijn veter losligt. Ik moet strikken. Weer op afstand, weer terugkomen.
Het is een beetje veel van het goede. Bij drie keer het heuveltje op herstel ik dan ook wat, besluit ik. Achteraan de groep hang ik met mijn verzuurde benen.. Pas de derde keer loop ik bij de eersten naar boven. Dan komt de motor weer mooi op toeren.
Bij dit alles regent het. Heerlijk als je loopt, veel zuurstof in de lucht. Nu nog weer meer macht in de benen krijgen. Over veertien dagen is de halve van Zwolle. Een verzuringstraining als gister helpt dan niet echt.
1 opmerking:
Hoi, 23 juni is de halve van Nootdorp, bij je schoonzus door de achtertuin.
Een reactie posten